Expeditie naar de V.R.L.: Het verblijf
In een drieluik doet Unit Victor deze week verslag van de belevenissen van medewerkers Colin en Bas op een unieke locatie: de V.R.L.. Van dinsdag 6 op woensdag 7 april was het eindelijk zover, en brachten ze 24 uur met initiatiefnemer Arno door op de Veteranen Roos Locatie. Het verslag biedt een exclusief inkijkje in deze bijzondere plek. Vooral omdat de schrijver van dit verslag, Bas, zelf geen veteraan is en dus normaliter geen toegang tot het gebied heeft. Die is namelijk bedoeld voor veteranen die zich even willen terugtrekken uit hun thuissituatie, eventueel vergezeld van een buddy, om even helemaal op zichzelf aangewezen te zijn.
Vandaag deel 2: Het verblijf.
De V.R.L. is een door Defensie vastgestelde, afgezonderde locatie op een militair oefenterrein midden in de bossen, die alleen toegankelijk is voor veteranen en hun eventuele buddy. De coördinaten en de geldende regels worden alleen gedeeld met leden van een besloten Facebook-groep. Initiatiefnemer Arno wil met de V.R.L. een locatie creëren die de veteraan rust kan bieden en ruimte om zich terug te trekken in de natuur. Juist in tijden waarop het in de thuissituatie mentaal niet lekker loopt, wordt het door veel veteranen als prettig en vertrouwd ervaren om even helemaal op zichzelf aangewezen te zijn.
Nadat we op adem zijn gekomen en ons opwarmen onder het genot van de koffie van Arno, beginnen de gesprekken tussen de beide veteranen. Soms zijn de verhalen zo sterk als Popeye en soms zo slap als een natte vaatdoek, maar voor mij is het als niet-veteraan een genot om ze te mogen aanhoren. Ik voel me als een vlieg aan de wand en af en toe klapperen mijn oren bij het horen van hun persoonlijke achtergronden en ervaringen. Zowel in oorlogstijd als in hun privésituatie hebben ze beiden het nodige meegemaakt.
Regels
Terwijl de sneeuw onophoudelijk neerdaalt op het zeil boven ons, vertelt Arno over de weinige regels die op de Veteranen Roos-Locatie gelden: ‘Er wordt hier geen alcohol genuttigd, dat vind ik erg belangrijk. Anders wordt het een zooitje omdat mensen vergeten om hun blikjes, flesjes of kroonkurkjes weg te gooien.’ Gelukkig zal later blijken dat er een kampvuur kan worden gestookt om ons warm te houden, in plaats van sterke drank. ‘Verder geldt er hier eigenlijk maar één belangrijke regel, en dat is dat je zorgt voor een vuilniszak waar je je rommel in meeneemt bij vertrek.’
De naamgeving en het embleem
‘De locatie is niet alleen toegankelijk voor veteranen die mentale problemen ervaren. Ook wanneer veteranen er gewoon even tussenuit willen om even helemaal op zichzelf aangewezen te zijn, zijn hier welkom.’ legt Arno uit. ‘De V.R.L. is bedoeld voor veteranen als plek waar ze steun aan hebben. Daar refereert ook de roos in het embleem, en de naam van de locatie aan. Iedereen die terugkeert na een uitzending, kan namelijk aan zijn of haar dierbare(n) een zilveren roos cadeau doen als teken van dank voor hun steun.’
Ontstaan van de V.R.L.
Een ervaring die hij had met een jongen die de weg letterlijk helemaal kwijt was, bracht hem op het idee om dit initiatief vorm te geven: ‘In het verleden, voordat het Veteranen Search Team er was, werd ik gebeld met vraag of ik wilde meehelpen om een veteraan te zoeken. Dat was om twee uur ’s nachts en hij was in Limburg verloren geraakt. Wij gingen met een groepje zoeken, en pas twee dagen later was die jongen terecht.’
Militair oefenterrein
‘Met die ervaring in het achterhoofd, en mijn achtergrond als mede-survivalinstructeur, kreeg ik de gedachte om verschillende zaken samen te voegen. Zo kwam ik op dit idee: een wildkampeerplaats, maar dan exclusief toegankelijk voor veteranen. Burgers zijn hier niet toegestaan, omdat het een militair oefenterrein is. Daardoor kunnen mensen hier tot rust komen op het moment dat de muren op hen afkomen.’
Meerwaarde
Zijn er dan geen alternatieve locaties voor veteranen met mentale problemen die de thuissituatie willen ontvluchten? Arno: ’Er bestaat ook zoiets als ‘Veteranenhuizen’ waar mensen overdag naar toe kunnen, maar wat als je het ’s nachts niet meer ziet zitten? Ik heb het zelf meegemaakt dat ik om 3 uur ’s nachts het Veteraneninstituut belde. Die zijn 24 uur per dag bereikbaar maar die kunnen dan niks voor jou betekenen. In die tijd ging ik al regelmatig wildkamperen bij de zogeheten paalkampeerplaatsen, maar daar mag iedereen wildkamperen. Je kunt daar dus mensen tegenkomen die je niet kent. Ik heb het regelmatig meegemaakt dat ik dan tussen een groep losgeslagen jongeren terecht kwam waar ik niks mee had. De meerwaarde van deze plek is dat hij er alleen is voor veteranen, en die hebben dezelfde gedachtegang. Als je onder gelijkgestemden bent, dan heb je maar een half woord nodig.’
Bomen sjouwen
Niet veel later, als de meeste sneeuwvlokken gevallen lijken te zijn, is het tijd om de mouwen op te stropen. We gaan bomen sjouwen. Een kampvuur ontstaat immers niet vanzelf. De bomen liggen een eind verderop in het bos klaar om door ons richting de V.R.L. verplaatst te worden. Nee, hier is allesbehalve sprake van een luxe kampeertochtje, en dat bevalt ons alle drie enorm. Het voelt fantastisch om in de sneeuw te sleuren en te rossen met een dennenboom over mijn schouder. Ik begin te begrijpen waarom deze plek ideaal is om je hoofd leeg te maken en even helemaal alleen op jezelf en de natuur aangewezen te zijn.
Hakken…
Na een keer of drie op en neer te zijn gelopen, hebben we genoeg brandhout onder het plastic zeil gelegd om ons de hele avond te verwarmen. ‘Je hebt toch wel vaker met een hakbijl gewerkt?’, vraagt Arno met zo’n vanzelfsprekendheid dat ik me haast verplicht voel om dit te beamen. Aangezien ik nog niet eerder met welk bijltje dan ook heb gehakt, vraag ik hem toch maar om advies. ‘Altijd met je benen aan de andere kant van de stam gaan staan, en flink van je afhakken, dus niet naar je toe’. Na de eerste paar ferme slagen begin ik ook hierin plezier te krijgen. Terwijl het zweet van mijn hoofd gutst, klief ik de ene na de andere zijtak van elke stam af. Het voelt fantastisch!
en Zagen (door Colin)
Ik zie collega Colin verderop voorovergebogen een reeds gevilde stam in kleine blokken zagen. Het meesjouwen van mijn rolkoffer eist nu zijn tol. Hoewel ik aanvankelijk aanbied om hem mee te helpen met het zaagwerk, houdt dat na enkele pogingen op. Mijn bovenarmen zijn nog prima in staat om zware boomstammen te versjouwen en van hun zijtakken te ontdoen, maar mijn onderarmen zijn zo slap als gekookte spaghetti door het tillen van de koffer. Dit werk met ik dus overlaten aan de twee ervaren bushmasters.
Een langgekoesterde wens
Vanaf het moment dat Arno Colin en mij uitnodigde om een bezoek aan de V.R.L. te brengen, had Colin het bijna nog maar over één ding: ver boven zijn bucketlist stak al jaren het verlangen uit om nog eens een flinke zalm op een open vuur te roosteren. Een wens die eindelijk in vervulling zou gaan. Zodra de blokken hout vlamvatten, begint Arno met ware survival-skills aan een mooi systeem om de zalm perfect gegaard te krijgen. Hij boort met een mes gaatjes in een blok hout, waarin kleine houten (uiteraard zelfgemaakte) spiesjes worden gestoken. De zalm van Colin wordt met militaire precisie op deze spiesjes gestoken. Colin glundert bij de aanblik van de vis die hij langzaam maar zeker van zijn bucketlist weg kan strepen en zijn hongerige buik kan laten vullen. Gordon Ramsey, eat your heart out!
Iedereen is een gelijke
Niet veel later zitten we gedrieën te genieten van een vorstelijke maaltijd. Zelden smaakte het eten zo goed als tijdens deze trip, vanwege de arbeid die eraan voorafging, en niet in de laatste plaats vanwege dit geweldige gezelschap. Er is, afgezien van de ervaringen over hun diensttijd die de twee veteranen onderling delen, geen verschil tussen hen en mij. Ik voel me welkom en opgenomen in dit doorgaans toch vrij exclusieve gezelschap. Het besef dringt tot me door dat juist dit is waar het in het leger, en ook in de veteranenwereld, om draait: één voor allen, allen voor één. Iedereen is een gelijke voor elkaar. Ieder van ons doet zijn ding, allen bijdragend aan een gezamenlijk eindresultaat.
Caveman-TV
Ook na het avondeten blijft het vuur branden. Niet alleen in de provisorische vuurkorf, maar ook tussen ons drieën. De bikkels onder ons rollen hun matje uit op de witte ondergrond, met slechts een zeiltje boven zich als bescherming tegen de elementen, terwijl ik mijn meegenomen tentje opzet. Als dat achter de rug is, volgen er gesprekken die uiteenlopen van uitermate lichtvoetig tot erg zwaarmoedig. We hebben het over (trainings)missies, vrouwen, PTSS, de verhoudingen tussen Defensiepersoneel en politiek, waarom je RVS mokken in plaats van plastic bekertjes moet gebruiken, en over (jeugd)trauma’s. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Even na middernacht besluiten we om onze slaapzakken op te zoeken, waarbij ik één advies van Arno vergeet op te volgen…
Morgen lees je in het slot van dit drieluik hoe onze tocht naar de V.R.L. eindigt. En ontdek je de reden waarom ik met bevroren tenen en totaal gebroken ‘wakker werd’, terwijl Colin en Arno al vrolijk fluitend voor het ontbijt zorgden.