Harold Jacobs te gast in ‘Ik wens voor…’
Dit is een artikel in de aanloop naar Veteranendag 2021. Op 26 juni tussen 14.30 uur en 16.00 uur presenteren Veteranenshop en Unit Victor weer een schitterende uitzending vanaf het Malieveld die je gratis online kunt bekijken. Het volledige programma vind je hier.
Op 1 februari van dit jaar begon Harold Jacobs (59) als directeur van ECHOS Homes. Hij is de eerste gast die we bekendmaken in de aanloop naar ons programma op Veteranendag 2021. In 1980 begon Jacobs zijn militaire opleiding aan de KMA, maar al snel klom hij op tot commandant van een bataljon en werd zelfs defensieatteché. Als er iemand is die weet wat de wensen van Defensie zijn, dan is hij het wel. Op 26 juni schuift Harold Jacobs aan bij ‘Ik wens voor…’. Unit Victor had afgelopen week de kans om hem voorafgaand aan de uitzending al te interviewen.
Sinds 1 februari bent u directeur van ECHOS Homes. Zelf hebt u een verleden als militair. Wilt u een korte beschrijving geven van uw loopbaan bij Defensie?
In augustus 1980 begon ik op de KMA en op 31 januari 2021 ging ik met functioneel leeftijdsontslag bij Defensie. Dat was dus na ongeveer 40,5 jaar te hebben gewerkt voor Defensie. Van huis uit ben ik een pantserinfanterist en ik begon mijn loopbaan in meerdere functies (PC, PLVCC, CC, S2, C-Onhpel) bij 48 Painfbat Regiment van Heutsz. Dat was destijds gelegerd in Den Bosch.
Helaas ontbreekt de ruimte om in dit artikel al uw functies binnen Defensie te belichten, maar hoe bent u uiteindelijk terechtgekomen bij het Defensie Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingbedrijf (KPU) en vervolgens bij ECHOS Homes?
Na een heleboel uiteenlopende functies te hebben vervuld, volgde van 2014 tot en met 2017 de kers op de taart: Ik mocht als defensieattaché voor Nederland aan de slag in Australië. Via die route kwam ik uiteindelijk terecht in mijn laatste functie in dienst van Defensie, en dat was als commandant van het Defensie Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingbedrijf (KPU) in Soesterberg.
Aan welke missies heeft u uiteindelijk deelgenomen als we alles bij elkaar optellen?
Nou, hoewel ik veel verschillende functies heb bekleed valt dat uiteindelijk best mee hoor. Ik ben drie keer op uitzending geweest: tussen 1992 en 1993 UNMO UNPROFOR, tussen 2002 en 2003 C-17 NL Mechbat SFOR-13 en LSO RDTF ISAF in 2010.
We vieren Veteranendag voor het tweede jaar op rij zonder publiek. Hoe heeft u deze dag vorig jaar doorgebracht en welk gevoel overheerste bij u op 26 juni 2020?
Toen heb ik Veteranendag thuis doorgebracht. Aan de ene kant was het een onwerkelijk en leeg gevoel dat overheerste. Aan de andere kant heb ik gekeken naar de mooie uitzending waardoor dat ouderwetse ‘Veteranendag-gevoel’ toch een beetje terugkwam.
Defensie kondigde dit jaar aan dat het ministerie voortaan nog maar eens per vijf jaar financieel zal bijdragen aan het Wageningse defilé op 5 mei. Kunt u zich er iets bij voorstellen dat hetzelfde zou gebeuren met de Nederlandse Veteranendag op het Malieveld?
Als compagniescommandant mocht ik ooit meelopen met het defilé in Wageningen, destijds nog met dienstplichtige soldaten. Dit was een grote eer en een voorrecht, omdat we dit zagen als een vorm van aandacht, erkenning, waardering en respect naar onze oud-strijders. In de nazit hebben mijn mensen nog gesproken met prins Bernhard, wat het helemaal speciaal maakte.
Ik begrijp de financiële uitdagingen bij Defensie als geen ander. Als we in ons beleid ‘personeel’ echter met hoofdletters schrijven en op de eerste plaats zetten, dan mag het benodigde budget voor de Veteranendag in mijn optiek nooit ter discussie worden gesteld. Als veteranen op deze wijze aandacht krijgen, dan draagt dat bijvoorbeeld ook enorm bij aan de werving van nieuw personeel. Dat is onmisbaar voor een goed-functionerend leger, maar het wordt nu nog weleens uit het oog verloren.
Wat vindt u van de manier waarop we in Nederland met onze veteranen omgaan?
Als we naar de meeste van onze partnerlanden kijken dan kan het nuchtere Nederland nog wel een paar stappen zetten. Ik heb in Australië gezien en meegemaakt hoe het publiek veteranen op handen draagt. In Nederland gaat het de laatste jaren de goede kant op, maar zijn we er nog niet.
Het draait naar mijn mening om aandacht, erkenning, waardering en respect, niet alleen voor de veteranen zelf, maar ook hun thuisfront, partners, kinderen, familie. Iedere veteraan doet enorm veel ervaringen op in de voorbereiding en uitvoering van missies. Met name onze overleden kameraden en fysiek en psychisch gewonde kameraden verdienen die extra aandacht als steun en dankbaarheid uit de samenleving.
De ECHOS Homes zijn de ontmoetingscentra die we vaak in de buurt van kazernes tegenkomen, waar militairen, oud-militairen, veteranen en burgers elkaar kunnen ontmoeten. U kende sommige ECHOS Homes al geruime tijd voordat u aantrad als directeur, schrijft u op de website van ECHOS Homes. Hoe kende u deze ontmoetingscentra?
Het ECHOS Home ‘de Vrijheid’ ken ik het langst door mijn vele plaatsingen in Oirschot. Daarom voelt het daar als thuis. Het is de ideale plek om af te spreken met mensen van buiten onder het genot van een hapje en een drankje in een informele sfeer. Gun jezelf een ECHOS momentje ;)). Vroeger met de dienstplichtigen gingen we standaard op woensdagavond Europees voetbal kijken op het grote scherm tijdens oefeningen op de Oirschotse Heide.
En kwam u ook weleens op andere ECHOS Home-vestigingen en wat maakt deze locaties zo prettig om te bezoeken?
De andere landmacht ECHOS-vestigingen ken ik, omdat ik daar altijd koffie ging drinken als ik een afspraak in de buurt had. Ik ken mezelf, ik heb een enorme hekel aan te laat komen. In de file staan is niet altijd een geaccepteerd excuus. Daarom vertrek ik altijd heel vroeg van huis en geniet van de koffie in één van de vestigingen, of dat nou in Havelte, Harskamp, Ermelo of Schaarsbergen is.
Baan Zulu in de Harskamp is ook zo’n mooi voorbeeld. Als je op schietserie was in de Harskamp, dan was de oefening niet compleet als je niet even bij ECHOS was geweest. Ook daar keken we vroeger in de grote zaal naar voetbal, en dat kan nog steeds. De vestigingen in Den Helder en Rotterdam heb ik onlangs pas leren kennen maar wat ik ervan heb gezien belooft veel moois, ook voor de toekomst.
Wat ik in een artikel van Checkpoint eerder heb aangegeven, is dat de ECHOS Homes in het verleden (sinds 1874) groot geworden zijn door de dienstplichtigen. Door het huidige Nederlandse veteranenbeleid krijgen zij helaas niet de aandacht die ook zij verdienen. In veel andere landen ben je veteraan als je ex-militair bent.
Ook de huidige generatie beroepsmilitairen wordt alleen veteraan als ze op een daarvoor erkende missie zijn geweest. ECHOS heeft haar deuren open voor iedereen en wil met name haar faciliteiten ook aanbieden aan de voormalig dienstplichtigen als een vorm van aandacht, erkenning, waardering en respect.